Op kruistocht
De riddertjes waren op weg naar de hak van Italië: Puglia. Ze waren echter niet alleen, want ze hadden zich bij de troepen van Godfried van Bouillon gevoegd op weg naar Bari, de grote haven aan de Adriatische zee. Nu de strijd tussen de zwaarden van de paus en de keizer toch wat leek bekoeld, werden de pijlen gericht op een nieuwe vijand: de goddelozen uit het Oosten.
Zonder het goed en wel zelf te beseffen waren de 12 riddertjes verzeild geraakt in de eerste kruistocht. Kom dat tegen! Gelukkig bleek de pleisterplek in Foggia uitstekend te zijn. Oké, erg duidelijk was het onderkomen niet aangegeven, maar eenmaal de eigenaars waren gevonden (die trouwens afkomstig waren uit het verre koninkrijk Polen), was de ontvangst meer dan hartelijk. Er werd een aardig mondje Engels en Frans gesproken tot grote vreugde van het reisgezelschap, zeker toen bleek dat men de volgende dag voor een deel van de reisweg zou worden vooruit geholpen.
De haven van Bari werd dus al bij al vrij vlot gevonden, maar daar bleek een en ander toch niet zo goed geregeld. De vloot die het leger over het Adriaticum zou brengen was nergens te bespeuren. De aloude haven van Bari was op typisch Belgisch-Italiaanse wijze verbouwd: telkens wanneer er iets extra nodig was (een dok, een steiger, een bureau van de havenmeester) werd dit er simpelweg bijgebouwd. Hierdoor krijg je natuurlijk een doolhof en het zouden geen inwoners van het graafschap Sicilië zijn als ze er geen munt uit zouden proberen te slaan…
Danig ontstemd zette de vloot alsnog tijdig zeil naar Dubrovnik, de sterke Byzantijnse vestiging aan de Dalmatische kust. Een nieuw avontuur tegemoet!