Een kruis in Innsbruck
En of het een vroege ochtend was. Gelukkig waren ze aanbeland in het Heilig Roomse Rijk, alwaar men weet hoe men gezanten dient te ontvangen: met zachte bedden en uitgebreide ontbijten. Helaas kon er weinig genoten worden van de schitterende omgeving, want die Pflicht ruft. Overal in het Rijk moet de boodschap verspreid worden en moeten lokale potentaten aangespoord worden om het kruis op te nemen en naar Jeruzalem te trekken.
De route vandaag ging langs de heerlijkheden San Candido, Bruneck en Franzensfeste, om dan te eindigen in de hoofdstad van het onafhankelijke graafschap Tirol, Innsbruck. Daar waren de riddertjes al even voorbijgereden op hun lange veldtocht twee jaar geleden. Al vroeg (want zoveel ijzeren koetsen zijn er niet) vertrokken ze naar San Candido, in de Rijkstaal ook wel Innichen genoemd, alwaar ze de abt niet hoefden te overtuigen van de noodzaak om het Heilig Land te gaan bevrijden. Helaas, zo zei hij, verbood de regel van zijn orde hem om de wapenen op te nemen.
In Bruneck, een stopplaats hen aangeraden door de heer van Tielt, viel maar weinig te beleven. Meer dan een rij hutten was het niet, dus ze trokken snel terug verder naar Franzensfeste, alwaar ook niets te beleven viel, behalve dan een mooie pleisterplaats voor ijzeren koetsen. Kortom, op de weg van Lienz naar Franzensfeste viel voor ridderscharen niet veel te beleven, behalve dan fantastische uitzichten en veelbelovende jachtterreinen.
Maar het doel was niet op jacht gaan. Wanneer iemand vanuit de Italiaanse gebiedsdelen komt en terug naar het hartland wil, dan moet hij over (of rond) de Alpen. En aangezien niemand zin heeft om zilverlingen te overhandigen aan kikkereters om rond de Alpen te mogen trekken moesten ze er over.
Zoals iedereen weet is de Brennerpas de beste manier om over de Alpen te geraken. Hij is niet te hoog, er liggen goede steden en het eten is er goed (dit is zeer belangrijk voor legers). Hij is zelfs zo goed dat sommigen er groepen kinderen over laten wandelen naar het Heilig Land, maar die zijn de ridders nog niet tegengekomen.
In Brenner had de oproep wat meer succes, maar dat zou ook kunnen zijn omdat de Italiaanse herbergiers graag wat geld wilden verdienen aan de ridders (die daar uiteraard niet inliepen). Men besloot er niet te lang te blijven en snel op te trekken naar de stad aan de Inn, alwaar de graaf van Tirol de expeditie meer genegen zou zijn.
De graaf was in Innsbruck, maar kon hen niet ontvangen. Om de tijd te doden tot de officiële ontvangst bewonderden ze dan maar het grafmonument van Maximiliaan I, wiens verre voorouder (ik snap dit deel ook niet) onze goede vriend Godfried van Bouillon, koning van Jeruzalem, bleek te zijn. Blijkbaar had die Maximiliaan wel wat veel fantasie – Godfried is nog niet dood en ook geen koning van Jeruzalem. Het zou ook kunnen dat God hier mee wil zeggen dat de Kruistocht succesvol zou zijn – of het tegendeel natuurlijk, want Gods wegen zijn ondoorgrondelijk …