Raad uit Monaco
Ook de volgende ochtend was het centrum van Nice gevuld met veel (te veel) koetsen, maar de riddertjes waren vooral bezig met de planning van hun veldtocht. De volgende belangrijke stad langs de kustlijn bleek Marseille te zijn en zodus zetten zij zich andermaal in beweging. Het pad leidde hen langs Antibes tot in het mondaine Cannes, alwaar zij via de Boulevard de la Croisette tot in het centrum doorreden.
Maar owee, op het lokale festival van Cannes hoorden zij slecht nieuws. Op een groot wit doek werden op mysterieuze wijze kleurrijke en bewegende beelden getoverd. Sommige bleken voornamelijk over snelle koetsen, schaarsgeklede jonkvrouwen en ongeloofwaardige helden te gaan, maar andere vielen best in de smaak bij de riddertjes. Dankzij de Compagnie Générale des Établissements Pathé Frères Phonographes & Cinémathographes, kortweg Pathé, viel ook het laatste nieuws te rapen en dat was allesbehalve gunstig.
De Franse koning Charles VI had namelijk een troepenmacht bijeengeroepen in de versterkte havenstad Toulon. Nu lag dit niet enkel pal op de route naar Avignon, maar waren de Fransen vooral de belangrijkste verdedigers van de valse paus Clemens VII. Het zag er dus naar uit dat de kustweg naar het graafschap Provence voor de riddertjes was geblokkeerd. Snel werd krijgsraad belegd in de haven van Cannes, want de plannen moesten dringend worden bijgestuurd.
De riddertjes besloten allereerst de oversteek te maken naar het Île Saint Marguerite om daar de nautische plannen van de regio te raadplegen die werden bewaard in het Fort Royal. Om duistere redenen besloten zij om in de haven naar rechts in plaats van links te gaan, waardoor de tocht naar dit fort ruim 8 km duurde, in plaats van enkele honderden meters. Op de maritieme plannen van de Zuid-Franse kustlijn bleek helaas voor de riddertjes dat voor Toulon de zogenaamde Îles d’Hyères lagen en dat die bovendien stevig waren versterkt. De Franse troepen via het water verschalken zat er dus ook niet in.
Een beetje aan het einde van hun Latijn zagen de riddertjes geen andere optie dan terug te keren op hun passen. De overzetboot bracht hen terug naar de haven van Cannes, waar nog steeds het festivalletje plaats had. Een snuggere ridder opperde dat zij maar beter hulp konden vragen aan een lokale potentaat die verstand had van omgaan met de Fransen. En waren zij gisteren niet aan het prinsdom Monaco voorbijgereden? Allen waren het er mee eens dat dit een schitterend plan was dus spoedden zij zich als de wiedeweerga naar de Monegaskische prins.
Het stulpje van de Grimaldi’s in Monaco bleek boven op een rots te liggen, maar dat leek de riddertjes vanuit militair oogpunt nog niet zo onverstandig. Gelukkig kwamen zij als vrienden van het Huis, anders was de tocht naar boven vast zeer onaangenaam geweest (al vonden enkele ridders dat het tempo bergopwaarts toch wel aan de hoge kant lag). De prins van Monaco was een vriendelijk mens en ondanks het hoge aantal buitenlandse bezoekers die elke dag zijn paleis (en de ijverige paleiswacht) stonden aan te gapen, ook zeer gastvrij voor de riddertjes. Hij aanhoorde hun zaak en wees hen op een oud pad dat vanuit Nice de Alpen in leidt, de route des Pignes met name.
De riddertjes besloten dat zij deze gok wel wilden wagen (aan mogelijkheden om te gokken trouwens geen gebrek daar in Monaco en het bescheiden Monte Carlo, maar zo gek waren ze nu ook weer niet) en trokken dus maar terug naar Nice om de volgende dag deze nieuwe route uit te proberen. Ver waren ze vandaag niet geraakt, maar ze waren wel een pak wijzer geworden.