De Alpen geven zich nog niet gewonnen
Digne-les-Bains bleek ook op lundi een rustig stadje te zijn. Na een ovenverse croissant met een chocolat chaud en thé noir keken ze eens goed in het rond. Links zagen zij machtige bergen, rechts zagen zij ook bergen en ook voor en achter zich lagen… bergen. Dat beloofde niet veel goeds. De koning besloot dat het leeuwendeel van zijn troepen die dag in Digne zouden gestationeerd blijven en stuurde enkele verkenners op pad om een goede weg richting Avignon te ontdekken.
Met goede moed trokken enkele riddertjes erop uit om na 650 meter al te beseffen dat ze beter even rechtsomkeer zouden maken om water in te slaan, want de zon was ook weer ruimschoots van de partij (tot wanhoop van sommigen). Met voldoende water en enkele zoete versnaperingen trokken zij langs de Bléone tot ze een brug vonden die er stevig genoeg uitzag om de oversteek te wagen. Het pad dat ze vervolgens insloegen ging opeens omhoog, en dan nog meer omhoog om na enkele scherpe haarspeldbochtgewijze afdalingen nog verder omhoog te gaan.
“Waren we toch maar aan de kust gebleven,” leken de ogen van de jongste ridder te zeggen, maar hij weigerde het hoofd te buigen. Gelukkig bleek de picknickplaats een meevaller. Er waren niet enkel voldoende tafels en banken om alle knapen van een kathedraalschool te ontvangen, maar ook een huisje vol informatie over oude stenen én een tuin vol kleurrijke vlinders. Na dit sentier des papillons volgde zelfs nog een exotische verrassing: even leek het of de riddertjes in het verre Oosten waren beland, al waren ze toch vrij zeker dat dit de Alpen waren.
Dit laatste werd hen bevestigd toen het pad opnieuw de hoogte koos. Even later vervoegden zij zelfs een goed aangelegde weg die de Grande Traversée des Préalpes bleek te zijn. Dankzij hun uitstekende kennis van de Europese burchten, wisten de riddertjes vanzelfsprekend dat dit pad liep tussen de versterkte stad Entrevaux en de citadel van Sisteron. Het leek hen bovendien een uitstekende keuze om met een leger over te trekken mocht je eerst verbannen zijn op het eiland Elba, om maar iets te zeggen.
Helaas voor de riddertjes ligt Sisteron nu niet bepaald op de route richting het hart van de Provence, al hadden sommigen er zeker iets voor gevoeld om er eens langs te gaan. Dan leek de valleiroute via Manosque een beter kandidaat. Bovendien leek het erop dat ze langs die weg ook op hulp zouden kunnen rekenen van lokale koetsiers. Helaas wou het dametje dat was ingehuurd om hierover informatie te verschaffen de riddertjes niet meer te woord staan, hoewel ze al even hadden staan aanschuiven in de rij. Blijkbaar was ze uitverteld voor de dag en ondanks dat menige zaken hier met Franse slag werden geregeld, was ze in deze verrassend stipt.
De koning was dan ook niet geheel tevreden met her rapport van de verkenningsmissie, maar de aangerukt glaces met trois boules en een stevige portie chantilly maakten van hem meteen weer een vrolijke kameraad. Het zou wel goed komen morgen via de gekozen route. On verra!
Pingback: Aan het hof in Parijs – De Queeste van de 12 Riddertjes